Ontmoetingen

in gesprek met Joost van Neer

geleefde spiritualiteit

Vandaag heb ik op mijn zoektocht naar de augustijnse spiritualiteit opnieuw een gesprek met een niet-augustijn, Joost van Neer, die als medewerker verbonden is aan het Augustijns Instituut in Eindhoven. Ik wil hem met name spreken over welke bijdrage dit instituut kan leveren aan het stimuleren en uitdragen van die augustijnse spiritualiteit. Voordat we aan ons gesprek beginnen vraag ik Joost om zich eerst even voor te stellen.

Wil je je eerst voorstellen aan onze lezers?

Joost van NeerIk ben Joost van Neer, geboren in 1962 in een oud dorp vlakbij Sittard, het mooie plaatsje Limbricht. Limbricht is o.a. bekend door een prachtig kerkje, het Sint Salviuskerkje met schitterende romaanse plafondschilderingen. Ik ben getrouwd met Ingrid, die de bibliotheek van het Augustijns Instituut beheert. We hebben samen een zoon die Nicolaas heet. Na de lagere school volgde ik het gymnasium alpha op het bisschoppelijk college St. Joseph in Sittard. Na een fusie met een andere middelbare school heet het nu scholengemeenschap ‘Trevianum’. Na mijn gymnasium studeerde ik aan de K.U.N. in Nijmegen, nu de Radbouduniversiteit,  klassieke talen met als hoofdvak oud Grieks en Latijn. Ik ben afgestudeerd in 1988. Vervolgens heb ik op verschillende scholen oude talen gedoceerd.  In 2005 ben ik als leraar Grieks en Latijn benoemd op het Carolus Borromeuscollege in Helmond. Al in 1990 ben ik hier op het Augustijns Instituut gaan werken als vertaler/onderzoeker. Op dit moment combineer ik beide banen, d.w.z. ik geef ongeveer drie dagdelen les op het gymnasium en de rest van de week werk ik hier als classicus en vertaler, al dan niet met een vertaalgroep op het instituut. Ik vind het nog steeds een hele mooie combinatie.

De augustijnse spiritualiteit baseert zich natuurlijk op de Orde der Augustijnen en de teksten van Augustinus. Bij het vertalen van Augustinus denk je dan aan het Augustijns Instituut. Wat is er van het oeuvre van Augustinus vertaald?

Het Augustijns Instituut, opgericht in 1989, wil de belangstelling voor Augustinus’ spiritualiteit in het Nederlandse taalgebied  stimuleren. Dat doel streven we op drie manieren na: met publicaties (met name vertalingen), het beheer van een wetenschappelijke bibliotheek en door ontmoetingsdagen te organiseren. De eerste vertaling van het Augustijns Instituut kwam uit in 1996, Als licht in het hart. We zijn vooral bezig Augustinus' preken voor het volk te vertalen, de sermones. Dat grote project is nu bijna rond. Maar afgezien van de preken zijn er ook nog Traktaten over het evangelie van Johannes en Uitweidingen over de psalmen. Dit zijn voor een deel ook preken voor het volk. Ook hierin legt Augustinus de Bijbel uit door één of meer citaten uit Johannes of psalmen als leidraad nemen en die te becommentariëren. 

Mijn huidige vertaalproject is het vertalen van de uitweidingen bij de psalmen van Augustinus. Sommige teksten zijn aantekeningen, waarin Augustinus uitleg geeft over de psalmen, andere teksten zijn preken n.a.v. de psalmen. Ook zijn er gedicteerde teksten bij, die niet voor een publiek zijn uitgesproken. Voor het 25-jarig jubileum van het Augustijns Instituut is een videoclip gemaakt over Vertaalwerk in uitvoering, ook over Augustinus in het Nederlands.  Naast het vertalen publiceer ik regelmatig artikelen in verschillende tijdschriften, omdat het bestuderen van de preken ook bijdraagt tot een beter begrip van Augustinus.

Heeft Augustinus ons anno-nu nog iets te zeggen?

Ja zeker! Wat Augustinus ons voorhoudt, wat hij ons wil bijbrengen is nu heel actueel. Daarom probeer ik tijdens het vertaalproces de essentie in de teksten van Augustinus los te weken uit zijn historische context en toegankelijk te maken in onze taal voor onze tijd, de tijd van nu. De teksten van Augustinus zijn ontstaan eind vierde, begin vijfde eeuw; de tijd van een opkomende kerk die geen dominante positie had zoals in de middeleeuwen of tot midden 20ste eeuw. Dat is een heel andere kerk dan de kerk in onze tijd, hoewel, nu moet ook het geloof weer worden uitgelegd. De teksten van Augustinus raken me door zijn enthousiasme waarmee hij de mensen onderricht.  Augustinus kan enthousiasme dat altijd in de mensen zit, losweken uit allerlei belemmerende factoren. Het gaat hem hierbij niet alleen om wat hij zegt, maar ook hoe hij het zegt. Dat levert de bekende 'uitstraling' op.

Dat brengt me op de volgende vraag. Ik ben in deze ontmoetingen op zoek naar de augustijnse spiritualiteit. Wat is voor jou de essentie van de augustijnse spiritualiteit?

Dat heeft natuurlijk alles te maken met hoe je spiritualiteit definieert. Volgens Van Dale gaat het om het beleven van iets godsdienstigs, maar daar kun je eigenlijk niet zo veel mee. Als ik hier met leerlingen over spreek,  dan ga ik naar de basis van het woord en dat is ‘spiritus’. Dat betekent adem, geest, leven. Iets wat leven geeft in iets wat niet lijkt te leven. Een tekst lijkt dood, maar die moet tot leven worden gebracht door hem te lezen of zoals in de klassieke oudheid, door die hardop uit te spreken. Met andere woorden door er iets mee te doen. Eigenlijk is spiritualiteit het zoeken naar geestelijke rijkdom. Daar is Augustinus in al zijn geschriften naar op zoek. Het gaat hem hierbij niet om de dode letter, maar om de levende geest. Je moet een tekst eerst uitspreken of lezen, vervolgens ga je hem bestuderen en doorgronden. Als je dat gedaan hebt, ga je erover mediteren. Dat mediteren doe je vanuit geloof, hoop en liefde. Dan is het zoals Augustinus zegt: ‘bemin en doe dan wat je wilt’. Als je maar liefhebt zoals Christus ons liefhad, dan is alles wat je wil goed. Je handelt dan vanuit het geloof.

Zie je deze houding ook terug in de Augustijnenorde?

Zeker! Augustijnse spiritualiteit is niet alleen teksten lezen en begrijpen maar leven vanuit het geloof. Het was een verstandig besluit van het Nederlandse Provincie van de OSA om in 1989 dit Augustijns Instituut op te richten om zijn gedachten en ideeën door te geven aan een breder publiek dan alleen de kloosterlingen. Zeker nu de populatie van de orde afneemt en vergrijst en er in Nederland geen nieuwe aanwas is.

Een vraag die hierop aansluit is m.i. wat in de wandelgangen wel eens de geschreven en geleefde spiritualiteit genoemd wordt. Is er voor jou een verschil hierin?

Voor mij is dat hetzelfde. Ik ben nu 25 jaar bezig met teksten van Augustinus. In mijn leven van alledag als opvoeder en leraar maar ook als echtgenoot en vader werken die teksten door en inspireren ze mij. Ik probeer er vanuit te leven. Augustinus noemt dat in zijn geschriften ‘de innerlijke leraar’. In dit verband wil ik Cornelis Verhoeven noemen die vaak  gedachten verwoordt die door Augustinus zijn geïnspireerd. Hij vult het bekende communicatiemodel aan en zegt niet langer: de leraar (de zender) deelt de lesstof (de boodschap) mee aan de leerling (de ontvanger), maar: de deskundige leraar deelt de lesstof met de geïnteresseerde leerling. De bevlogen leraar verstaat zijn vak, de belangstellende leerling wil weten. Hierbij begeleidt de leraar meer dan dan hij leidt en haalt de leerling het uiterste uit zichzelf.  Of anders gezegd: uit Augustinus' teksten haal je inspiratie, en  niet alleen voor een wetenschappelijk artikel. Ze zijn vooral een inspiratiebron voor je eigen leven.

Aardig om te vermelden in dit verband is het initiatief van prior-provinciaal Paul Clement voor een onderwijsproject gericht op jongeren. Onlangs heeft de onderwijswerkgroep een studiedag voor scholieren georganiseerd. Zo’n 25 leerlingen met hun leraren hebben hier aan deelgenomen.  Hierbij zijn we uitgegaan van de preek van Augustinus over het verhaal van Abraham en het offeren van zijn zoon Isaac. Het was een geslaagde try-out waar we met veel genoegen op terugkijken. We zijn op dit moment bezig om het programma n.a.v. evaluaties  verder uit te werken en aan te passen. 

In mijn zoektocht naar de augustijnse spiritualiteit ben ik vandaag weer een stapje verder gekomen.

Ik heb door dit interview ontdekt dat jullie als Augustijns Instituut een belangrijke bijdrage kunnen leveren in het stimuleren en overdragen van deze spiritualiteit.
Ik wil je danken, Joost, voor dit interview.


Peter van Hasselt
juli 2014