Liturgisch leven
bijeenkomst met Thomas QuartierLiturgische spiritualiteit vorm geven
De aanleiding voor deze bijeenkomst was de vraag of er een 'liturgische opvang' mogelijk is voor gelovigen die zich in de huidige strak georganiseerde kerk niet meer thuis voelen. Welke vormen van liturgie kan de Augustijnenkerk die geen parochiekerk is, bieden? Een aanzet voor andere vormen van liturgie zijn de getijden en de geleefde spiritualiteit; belangrijke dragers van liturgisch leven.
Een argument voor het huidige vrij rigide kerkelijke beleid is het tegengaan van een mogelijke wildgroei aan allerlei vormen, teksten en symbolen in de liturgie als gevolg van de afgenomen liturgische kennis van de gelovigen. De kerk grijpt terug naar haar oude vormentaal om weer duidelijkheid en meer eerbied voor de sacramenten te verkrijgen. Dat hoeft niet te betekenen dat de oude en uitbundige vormentaal door de huidige generaties gelovigen goed begrepen en gewaardeerd wordt: wat is de functie van wierrook? Waarom zwaait de pastoor met zijn armen? Is er verschil tussen de ene en de andere kaars? Het ene en het andere kazuifel, stola? En, anders dan vroeger gaan de gelovigen met de pastoor in discussie. Vooral rond uitvaarten lopen de irritaties bij de familieleden op. Als de vormtaal niet begrepen wordt, is de handeling zonder beleving, zonder betekenis.
rood: vuur, Heilige Geest, bloed, martelaarschap |
Een spiritueel thuis
Liturgie kan op vele manieren gevierd worden. Kijk bijv. naar een ziekenhuis of een citykerk. Beide organisaties zien mensen binnenkomen met grote levensvragen die tegelijkertijd zeggen: 'Ik heb niets met de kerk.' Toch doen ze een dringend beroep op de geestelijk verzorger. Er is een enorme behoefte en een grote kloof. Wat is er nodig om door dit 'wij zijn niet van de kerk' heen te breken om de geestelijke rijkdom te bereiken die mensen zeker bezitten? Uit welke bron put je? Elke geestelijk verzorger wordt tijdens zijn opleiding geconfronteerd met de vraag 'waar sta ik zelf?', 'wie ben ik?' Je hoeft niet in elk opzicht stevig in de katholieke traditie te staan, maar je moet toch ergens inspiratie vandaan halen, een spiritueel thuis hebben. Dit voeden gebeurt in de liturgie dat de kern is van elk spiritueel leven. Wie echt iets wil doen aan liturgisch leven kan dat alleen vanuit een geleefde spiritualiteit. De oude orden, wijsheidsklimaten met een sterke spiritualiteit, kunnen hierin voorgaan. Spiritualiteit slaat een brug tussen de verschillende erfenissen omdat in een geleefde spiritualiteit de liturgie leeft en zich vernieuwt.
De dodende tijd
De Griekse god Kronos (Tijd) is voor velen een god gebleven en wel een vreselijke god. Hij at zijn eigen kinderen op. Een dodende Tijd! Wie deze god dient heeft een dwangmatig leven, vol angst gedreven door innerlijke tirannie. De tijd gaat zo snel omdat de structuur verdwenen is. Eerst verdween de dagstructuur (geen ochtend, middag, avond, geen (gezamenlijke) maaltijden), nu is met het opheffen van zondagsrust en het vrije weekend de weekstructuur aan het verdwijnen. En we worden steeds ónafhankelijker van de jaarkringloop. Aan het straatbeeld met de verwarmde buitenterrassen kun je niet meer zien welke dag, welk seizoen het is. Wat is levenstijd zonder structuur? Wie de getijden verwaarloost, wordt door het tij overspoeld. Gelukkig is er nog de 'kairos' – het moment waarop de tijd stilstaat. Het vinden van die momenten wordt steeds belangrijker.
Een betekenisvol moment, ook voor niet-kerkelijken is de viering van Allerzielen. In Noord-Holland hebben kunstenaars de rouwende familieleden op het kerkhof nieuwe verwerkingsvormen gepresenteerd om de doden te herdenken. In het concept van Allerzielenalom worden in overleg tussen nabestaanden en kunstenaars bekende rituelen, ontleend aan de katholieke traditie, gecombineerd met een vormentaal die niet gebonden is aan religie maar wel betekenisvol is.
Er waren tientallen kunstwerken over eeuwigheid en eindigheid waaronder een lichaam gevormd van talloze brandende kaarsen. Wat is intenser dan een brandende kaars buiten in het donker? Het leeft maar brandt gedurende deze avond op. Mensen beleven de tijd, herdenken de doden en zijn ondertussen bezig met de vraag 'hoe verhoud ik me tot de vergankelijkheid van het leven?'
De woestijnvader abt Makarius leerde: “Leef alsof je deze avond nog zult sterven; en leef alsof je nog honderd jaar te leven hebt”
(Benoit Standaert: Spiritualiteit als levenskunst, p. 223).
“De kring heeft geen begin en geen einde. Hij loopt in zichzelf terug en staat toch langs alle zijden naar buiten gespannen. Hij verenigt dus de hoogste rust met gespannen kracht. Bijgevolg stelt de kring het leven voor, maar het leven zonder ontwikkeling en zonder wasdom, eeuwig leven, volheid des levens. De heilige kringloop der liturgie zal dus verkondiging zijn van het eeuwige, en niet van het leven der natuur dat vandaag ontkiemt, morgen bloeit en vruchten draagt, overmorgen verwelkt en sterft. Daarom bestaat er geen sterven in het kerkelijk jaar, enkel leven ook door de dood heen” (Odo Casel, Het christelijke cultusmysterium,132) |
Getijden beleven
Geestelijke verzorgers zoeken naar die betekenisvolle momenten. Een andere omgeving heeft andere getijden. Zo is voorgaan in de zondagse kerkdienst in ziekenhuizen allang niet meer het goede moment want in het weekend zijn patiënten, familie en personeel vooral thuis. Een experiment met een weeksluiting op vrijdagmiddag bleek veel beter bezocht te worden. En door af te wijken van de traditionele zondagsmis zit je ook niet vast aan strakke maatstaven. In een citykerk bleek de inloop-zaterdagmiddag een goed tijdstip.
In de Dom van Keulen wordt al jaren speciaal voor jongeren op elke 3de zaterdagavond de 'Nightfever' gehouden: de avond begint om 18.30 met een mis en daarna blijft de kerk tot 24.00 uur open voor gebed, muziek of gesprek. In de kerk branden alleen kaarsen, er klinkt meditatieve muziek, er is een poëziecorner en een speakerscorner. Iedereen is welkom, ook al is het maar even. |
|
Wanneer de Wandelvierdaagse wordt gehouden, biedt Nijmegen gastvrijheid aan tienduizenden wandelaars. Voor de start is er op zondag de speciale Vierdaagsekerkdienst die met geen enkele andere viering te vergelijken is: zoveel mensen van zoveel nationaliteiten en verschillende geloofsovertuigingen of zelfs zonder geloof komen samen onder één dak in het Huis van de Heer. Daarnaast is er in dit enorme vierdaagse circus behoefte aan stilte. In de stad wordt tijdens dit zomerfeest 20 minuten stilte aangeboden als een soort getijdengebed. |
Het aanbod van rust, stilte en bezinning door abdijen en kloosters is al jaren heel gewild bij leken. Het bieden van gastvrijheid kan door religieuze gemeenschappen worden vertaald in liturgische gastvrijheid. Zij ontvangen peregrini, pelgrims, passanten, vreemdelingen en laten hen meevieren in hun liturgie. Bij de Sint Willibrordsabdij in Doetinchem worden de missen (niet de vespers) door de peregrini het beste bezocht. De spirituele kern van deze benedictijnse abdij Slangenburg is de kleine gemeenschap (zeven broeders) met daarom heen steeds grotere concentrische cirkels van participanten zoals die van de circa 100 oblaten.
Riten en symbolen
De kracht van de liturgie is de (h)erkenning van de symbolen. Symbolen gaan mis als ze triviaal worden, te plat zijn, maar eveneens als ze te verheven zijn, te heilig, te ver weg. Een symbolisch gebaar, bijv. wierrook branden en de uitleg die daaraan gegeven wordt, luistert nauw. En zodra je gaat analyseren, gaat de beleving van een symbool weg. Een symbool staat voor iets anders, wil je slechts ergens naartoe leiden. De trouwring is symbool voor het huwelijk, maar niet het huwelijk zelf. Wie zijn trouwring verliest, is de originele kwijt, maar het is niet zo dat de originele ring tijdens de liturgie een magisch opgeladen ring zou zijn geworden. Het blijft slechts een symbool voor het huwelijk. Is God met een symbool te benaderen? Nee, natuurlijk niet; door de symboliek wordt alleen je voorstelling van God opengebroken en aangesproken. God mag nooit samenvallen met het symbool. Wij vereren geen gouden kalf.
Iedere keer een compleet nieuwe viering bedenken (teksten, muziek, beelden) is heel vermoeiend, kost zeeën van tijd en het is duur. Kunstenaars zoals bij het genoemde event rond Allerzielen werken niet voor een boekenbon. Maar doordat het event toch een keer plaats vond, werden ook de getijden en de kracht van de liturgie herontdekt. Mensen begrijpen dat je niet iedere keer nieuwe dingen kunt bedenken.
Het verschil tussen een kunstenaar en een liturg is dat de liturg niet alles opnieuw hoeft uit te denken. Hij mag putten uit de rijkdom aan symbolen en riten. Niet iedereen verwoordt (telkens) een geslaagde persoonlijke inbreng in de liturgie. Bovendien weet je niet of je met een sterke persoonlijk inbreng ook een ander daarin kunt meenemen. Riten hebben het voordeel dat ieder zich erin kan vinden juist omdat ze niet al te persoonlijk zijn. We leven echter in een tijd van sterke individualisering. Bij een begrafenis wil men graag hun persoonlijke situatie tot uiting laten komen. En daaraan kan beter beantwoord worden. Binnen de kaders van de geleefde liturgie bieden rituelen ruimte: de schriftlezingen en de overweging kunnen echt veel persoonlijker op een situatie worden afgestemd, liederen ook. Bij een avondwake is meer mogelijk dan bij de uitvaart. Zodra de liturgie helemaal vastligt en er de tekenen van de tijd niet meer in kunnen doorklinken, is het een verstarde ceremonie in plaats van dynamische, levende liturgie.
Mensen van nu verlangen soms naar een andere vormentaal. Orden en congregaties kunnen als gemeenschap soepel omgaan met hun veelzijdige liturgische erfenis zonder in tegenstellingen te verzanden. Die erfenis is uitermate belangrijk. Hierin is ruimte voor een nieuwe balans tussen de rijkdom aan vormen, betekenissen en nieuwe symbolen.
De bijeenkomst werd geleid door dr. Thomas Quartier, docent Rituele en Liturgische Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
|
|
Publicatie: Verwante publicaties: • Zijn lichaam worden : leven uit de rijkdom van de eucharistie / Charles Caspers, Ad Leys, Petra Versnel-Mergaerts . Berne Media, 2013. - ISBN: 978-90-8972-058-0
|
Provinciedag augustijnen 14 mei 2013
Samenvatting: Ingrid van Neer-Bruggink