Orde der Augustijnen
Ontstaan van de OrdeAugustinus geeft zijn glansrijke carrière als retor op wanneer hij kiest voor het christendom. Hij leeft als monnik, wordt gekozen tot bisschop en is tevens rechter. In zijn leven preekt hij duizenden malen, schrijft meer dan 130 boeken en van zijn correspondentie zijn honderden brieven over. De kerk verleent hem de titel van kerkvader, maar buiten de kerk wordt Augustinus ook gelezen door filosofen, sociologen, psychologen, juristen. Augustinus wordt afgebeeld als bisschop, maar de augustijnen zien hem op de eerste plaats als monnik, als geestelijke vader van de Orde der Augustijnen die pas in 1256 met de pauselijke bul Magna Unio is opgericht.
De aanloop naar de Magna Unio in 1256
Paus Innocentius IV verordende met de bullen Incumbit nos en Praesentium vobis (16 december 1243) dat alle Toscaanse eremieten de Regel van Augustinus zouden aannemen, dezelfde gewoonten zouden volgen en dezelfde professieformule zouden gebruiken. In maart 1244 hielden, onder leiding van de energieke kardinaal Richard Annibaldi (+1276), de Toscaanse eremieten een kapittel conform de bepalingen van het concilie van Lateranen IV. Men zag er op toe dat de Constituties die werden samengesteld, de Regel van Augustinus niet tegenspraken. Als orde ontstaan in 1244, breidde het aantal kloosters van de Eremieten volgens de orde van Sint Augustinus zich onder pauselijke bescherming aanzienlijk uit. Men noemt de bijeenkomst in 1244 ook wel de 'kleine unie'. De Magna Unio vond plaats in 1256.