in gesprek met Annemieke Pacilly
geleefde spiritualiteitAugustijnse spiritualiteit is elkaar als gelijkwaardigen herkennen
Op mijn zoektocht naar de Augustijnse spiritualiteit heb ik tot nu toe alleen maar mannen, augustijnen en niet-augustijnen, geïnterviewd. Vanmiddag heb ik de keuze laten vallen op een vrouw. Het is Annemieke Pacilly. Ze is al jarenlang actief in de Boskapelgemeenschap in Nijmegen. Ook is ze nauw betrokken bij de Augustijnse Beweging en de Familia Augustiniana Nederland (FAN). Kortom genoeg redenen om met haar in gesprek te gaan.
Wil je je even voorstellen?
Ik ben 65 jaar geleden geboren in Den Bosch in een groot Brabants gezin met 11 kinderen, 6 jongens en 5 meisjes. Ik ben de één na jongste. Mijn vader was rector van een lyceum in Den Bosch. Ik heb ons gezin altijd ervaren als een warm nest. Mijn ouders waren bevriend met de plebaan van de Sint Jan en de kapelaans van deze kerk gingen ook regelmatig met ons mee op vakantie. Met andere woorden er was altijd een hele nauwe band met ‘de kerk’. Wat ik het goede van mijn ouders heb gevonden is o.a dat ze ons altijd vrij lieten in het geloof, want mijn jongste zus en ik gingen toen al niet met onze ouders naar de Sint Jan, maar we voelden ons meer thuis bij de meer eigentijdse liturgie van de Sint Salvatorkerk in Den Bosch. Het waren de jaren na het Tweede Vaticaans Concilie.
Ik heb een opleiding als verpleegkundige in Den Bosch gevolgd. Toen ik de opleiding had afgerond ben ik als 20-jarige verhuisd naar Nijmegen. De eerste twee jaar heb ik als verpleegkundige gewerkt in het Canisiusziekenhuis, daarna heb ik mijn werkzaam ziekenhuisleven voortgezet in het Radboud UMC, waar ik nog steeds werk. Ik heb bijna nooit ‘aan het bed’ van de patiënt gestaan, maar heb vooral in leidinggevende en innovatieve functies gewerkt: instructieverpleegkundige, hoofd van een afdeling, verpleegkundig specialist, beleidsmedewerker. Op dit moment ben ik coördinator van een ziekenhuisbrede documentencommissie,. Het gaat hierbij om hele verschillende onderwerpen die op álle afdelingen van het ziekenhuis voor kúnnen komen. Mijn referentiekader hierbij is vooral te denken vanuit de patiënt. Ik ben nog een half jaar in dienst bij het Raboud UMC en dan ga ik met pensioen!
Hoe ben je in contact gekomen met de Augustijnen?
Toen ik hier in Nijmegen kwam wonen was ik zoekende naar een kerkgemeenschap waar ik me thuis zou voelen. Aanvankelijk ging ik in de jaren '70 en '80 naar de studentenkerk , maar ik voelde me daar steeds minder thuis. In mijn zoektocht naar een aansprekende liturgie kwam ik toen in contact met de Boskapel. Het was in de jaren '80 toen de augustijn Mario van de Berg daar de grote inspirator was. Ik wist toen niet dat het augustijnen waren die daar voorgingen. De liturgie vond ik inspirerend maar ik vond de gemeenschap ook iets elitairs hebben en voelde me er niet echt thuis. Maar goed ik kwam er voor de liturgie en die sprak me aan. Toen ik uiteindelijk lid ben geworden van het koor, werd ik ook vrij snel gevraagd om lid te worden van de muziekgroep en daarna is het erg snel gegaan met mijn 'inburgering' in de geloofsgemeenschap. Joost Koopmans heeft mij eerst gevraagd om lid te worden van een beleidsgroep en daarna om me kandidaat te stellen voor het eerste bestuur van de Boskapel. Dat bestuur kreeg als opdracht te werken aan een verzelfstandiging van de geloofsgemeenschap, los van de Orde van de Augustijnen. Ik voelde me daar niet echt capabel toe, want ik wist niets van Augustinus en de augustijnen. Ik veronderstelde dat ze me toch niet zouden kiezen, maar het pakte anders uit. Toen ik voorzitter werd vond ik dat ik me werkelijk moest gaan verdiepen in (de Regel van) Augustinus, om kleur te geven aan de Boskapelgemeenschap. Bob Bodaar had me dat namelijk meteen al duidelijk gemaakt dat ik moest gaan werken aan een eigen identiteit van de gemeenschap (naast alle parochiekerken in Nijmegen). Nogal logisch dat dat de Augustijnse identiteit zou gaan worden. Met literatuur van Tars van Bavel en in gesprekken met Joost Koopmans herkende ik mij steeds meer in de spiritualiteit van Augustinus.
Je bent in je contacten met de augustijnen en door het lezen van literatuur je gaan verdiepen in de augustijnse spiritualiteit. Wat is die augustijnse kleur volgens jou?
Een belangrijke kernwaarde voor mij is het begrip van gelijkwaardigheid; ieder zet zijn talenten in en samen ben je verantwoordelijk voor het geheel. Voortbouwend op deze kernwaarde is de wijze van besluitvorming, waardoor je draagvlak creëert voor de te nemen besluiten. Daarnaast vind ik de sfeer binnen de geloofsgemeenschap erg belangrijk, het aandacht hebben voor elkaar is een belangrijk kenmerk van gemeenschapvorming, waardoor je een uitnodigende kerk bent. Belangrijk is dat dit niet door een enkeling wordt gedragen, maar door velen want door dit samen uit te stralen geef je kleur aan een gemeenschap.
En natuurlijk hebben we als Boskapelgemeenschap in die jaren ook veel aandacht besteed aan teksten van Augustinus, tijdens overwegingen, maar ook in lezingen, leerhuizen en gesprekgroepen. In die tijd werd ik ook door Joost Koopmans gevraagd om deel te nemen aan de werkgroep kloosterspiritualiteit. Hier ontmoette ik vanuit verschillende ordes en congregaties religieuzen en leken; een boeiende omgaving om mijn eigen mening aan te scherpen.
Op mijn zoektocht naar die augustijnse spiritualiteit vraag ik nog wel eens naar het eigene van de augustijnen. Je hebt in die werkgroep mensen uit verschillende ordes en congregaties leren kennen. Wat is in jouw optiek dat eigene?
Ik noemde al het vriendschappelijke karakter, elkaars tochtgenoten willen zijn, het samen op weg zijn naar God. Bij de karmelieten zie je dat bijvoorbeeld veel minder; zij gaan een meer individuele weg en staan 'voor het gelaat van God'. Een tweede aspect wat ik bij de augustijnen sterk naar voren zie komen is het mensnabije, het 'gewone'. Niet praten over een hoogverheven God, maar een mensnabije God, en 'God zien in de ander'. Bij de dominicanen ervaar ik een veel studieuzere sfeer en daar staat de verkondiging voorop terwijl bij Augustinus denk ik meer de gemeenschapsvorming voorop staat. En om nog een andere vergelijking te maken: bij de benedictijnen vind ik de structuur erg hiërarchisch en dat past ook niet echt bij mij. Want dat vind ik ook het mooie van het kerkbeeld van Augustinus: we zijn samen die kerk, priesters of bisschoppen staan niet boven de leken. Augustinus zegt immers: "Bisschop ben ik voor u, en christen met u". En voor de franciscanen en clarissen heb ik bijv. grote bewondering voor het weinige waarmee ze heel tevreden zijn; dat zou ik zelf toch heel moeilijk vinden.
De augustijnse spiritualiteit zou ik willen kenschetsen vanuit het aspect 'zie in de ander het goddelijke'. Joost Koopmans geeft het heel duidelijk weer in zijn boek 'Een God, die oplicht in het gewone' en Ekkehard Muth, huidige pastor van de Boskapel, geeft het weer als: 'God licht op in mensen, keer terug naar je hart en herken in het beeld van God de Schepper ervan'. Dus beiden geven weer zoals Augustinus het zelf zegt: 'Eer God in elkaar'.
Je maakt deel uit van de Familia Augustinia en de Augustijnse Beweging. Zou je daarover iets meer kunnen vertellen?
De familiagemeenschappen zijn lekengroepen die sinds de jaren '90 rond augustijnse centra gegroeid zijn; leken die zich echt interesseren in Augustinus. Zij komen gemiddeld één keer per maand bijeen om een tekst van Augustinus met elkaar te lezen en te bespreken, vaak gekoppeld aan een gebedsviering. Er zijn twee familiagroepen in Nijmegen (De Boskapel en De Lindenholt), één in Eindhoven (Mariënhage), één in Werkhoven (De Werkhofgemeenschap) en één in Amsterdam. De verschillende lokale groepen zijn met elkaar verbonden in Familia Augustiniana Nederland (FAN), die sinds 2006 officieel bestaat. Alle groepen hebben contact met de augustijnen. Vele leden hebben een Bevestiging van verbondenheid met de OSA afgelegd. Ik hoop dat de Familia Augustiniana zich de komende jaren nog verder ontwikkelt als dragers van de Augustijnse spiritualiteit.
Tijdens het kapittel in 2004 nam Bob Bodaar als provinciaal van de Nederlande Provincie het initiatief voor de oprichting van de Augustijnse Beweging. Binnen een jaar was dit platform een feit. Al vanaf het begin vertegenwoordig ik het Augustijns Centrum de Boskapel in het Platform van de Augustijnse Beweging. Binnen deze beweging werken verschillende religieuze instituten, verenigingen en kerkelijke instellingen samen. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze allen hun inspiratie in belangrijke mate aan Augustinus ontlenen. Doel van het platform is om elkaar te bemoedigen en initiatieven te ontwikkelen om aspecten van Augustijnse spiritualiteit te behoeden en te behouden, te verstevigen en te vernieuwen. Er zijn negen participanten die hun krachten bundelen en hun inspiratie delen. Naast vijf religieuze groeperingen – de Zusters Augustinessen van Heemstede, de Zusters Augustinessen van Sint Monica, de Kanunnikessen van het Heilig Graf, de Augustijnen en de Norbertijnen– zijn dat het Augustijns Instituut, de Werkhofgemeenschap, het Augustijns Centrum de Boskapel en de Vereniging Familia Augustiniana Nederland.
Onder de titel 'Augustinus aan het woord' verzorgt de beweging een reeks brochures met beknopte teksten van Augustinus rond verschillende thema's. Daarnaast wordt eenmaal per jaar een ontmoetingsdag georganiseerd voor de eigen achterban, waarbij ook anderen die geïnteresseerd zijn in de spiritualiteit van Augustinus worden uitgenodigd. Het mooie van deze Augustijnse Beweging is dat het echt iets is van religieuzen en leken gezamenlijk. Ik ervaar dat iedereen er – zoals ik al eerder vermeldde – gelijkwaardig is.
Vorige maand presenteerde Brian Heffernan zijn boek Een kleine orde met allure, de Augustijnen in Nederland,1886-2006.
Hij eindigt zijn epiloog met de volgende passage: "Het behoort gelukkig niet tot de taken van de historicus om voorspellingen over de toekomst te doen. Het enige wat daarover met zekerheid gezegd kan worden is dat moment waarop er een beslissing moet worden genomen over het lot van de provincie spoedig zal aanbreken". Inderdaad, we kunnen niet naar de toekomst kijken; we constateren dat we de nadagen beleven van de Nederlandse Provincie. Ook merk ik op dat er, mede door het Augustijns Instituut veel interesse voor het gedachtegoed van Augustinus. Daarnaast zijn er de laatste jaren initiatieven ontstaan als de Familia Augustiniana en de Augustijnse Beweging. Kortom, mijn vraag is: hoe kijk jij naar de toekomst van de Augustijnse spiritualiteit?
De Vereniging Familia Augustinia Nederland staat aan het begin en sluit aan bij een lange traditie. Vele ordes en congregaties van de Augustijnse Beweging zijn aan hun nadagen begonnen terwijl de lekenorganisaties een verlangen in zich hebben om de augustijnse spiritualiteit niet verloren te laten gaan en verder te dragen. Hierbij is er wel een verschil tussen de geschreven spiritualiteit en de geleefde spiritualiteit. Het Augustijns Instituut heeft de laatste 25 jaar een belangrijke bijdrage geleverd door Augustinus' preken te vertalen in het Nederlands en zo toegankelijk te maken zodat ze gelezen kunnen worden. Teksten van Augustinus lezen is één, maar ze vertalen naar je dagelijkse leven en er naar leven en vervolgens uit te dragen, is een ander facet en valt meer onder de noemer 'geleefde spiritualiteit'.
Ik hoop voor de toekomst vooral op geloofsgemeenschappen die geïnspireerd zijn door Augustinus, zoals het Augustijns Centrum de Boskapel, de Werkhofgemeenschap en de gemeenschap van de Augustijnenkerk in Eindhoven, die als geëngageerde leken deze spiritualiteit willen voor-leven en mee willen uitdragen. Zonder voorbeeldgedrag zal het niet lukken om geloofwaardig over te komen en de waarde van deze spiritualiteit door te geven.
Daarbij zul je meer dan voorheen moeten samenwerken met andere groeperingen die zinzoekend zijn. In zoverre ben ik voor de toekomst zeker niet somber gestemd. Of om met Augustinus te spreken 'Blijf niet stilstaan'. Naar mijn mening is de augustijnse spiritualiteit anno-nu nog steeds heel actueel om gestalte geven aan het leven van alledag en heeft ons veel inspirerends te bieden.
Het lijkt me met dit positieve geluid een mooi einde van dit interview, waarvoor ik je hartelijk wil bedanken.
Zie ook:
www.boskapel.nl/contact
www.familiaaugustiniana.nl
Peter van Hasselt
november 2015