25 december, na 411-412
Vandaag "is de waarheid uit de aarde ontsproten", omdat Christus naar het vlees is geboren. Viert Hem met vreugde op plechtige wijze; en door de huidige dag nog aangespoord, moet gij de eeuwige "Dag" in gedachten houden; ziet daarom met onwrikbaar vertrouwen verlangend uit naar de eeuwige gaven. Rekent erop dat gij de macht hebt gekregen om kinderen van God te worden. Omwille van u is de Verwekker van de tijden in de tijd verwekt; omwille van u is de Grondlegger van de wereld in het vlees verschenen; omwille van u is de Schepper schepsel geworden. Wat zoekt gij, vergankelijke mensen, uw genot nog in vergankelijke dingen, en wat probeert gij, zo mogelijk, het vluchtige leven vast te houden? Een heel wat schitterender verwachting is op aarde verschenen: aardbewoners hebben de belofte gekregen in de hemel te wonen. Om dit geloofwaardig te maken is al iets ongeloofwaardigers vooraf geschonken. Ten einde "goden" te maken van hen die mensen waren, is Hij die God was, mens geworden; zonder te verliezen wat Hij was, is Hijzelf willen worden wat Hij had gemaakt. Zelf heeft Hij gemaakt wat Hij eens zou zijn. Wij verwonderen ons over het baren van de maagd, en wij trachten van die nieuwe wijze van geboorte de ongelovigen te overtuigen. Wonderlijke macht, maar wonderlijker barmhartigheid, dat Hij die zo geboren kon worden, zo geboren wilde worden. Want Hij was reeds de eniggeboren Zoon van de Vader, dezelfde die de eniggeborene is van de moeder; en Hij is gevormd in de moeder, die zichzelf een moeder had gevormd; Hij die eeuwig is met de Vader, is vandaag geboren uit de moeder; na de moeder, uit de moeder gevormd, is Hij vóór al het andere uit de Vader, zonder gevormd te zijn; zonder wie de Vader nooit geweest is, zonder wie de moeder nooit geweest zou zijn.