Home

16 december  "Gij zijt toch mijn God"




"Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God". Welk een bekentenis! Welk een opdracht! "Want Gij zijt toch mijn God", zegt de psalmist. Als ik door een ander ben geschapen, zal ik ook tot een ander mijn toevlucht nemen om mij te herscheppen. Gij zijt mijn al; "want Gij zijt mijn God". Zal ik een vader zoeken voor een erfgoed? "Gij zijt mijn God", niet alleen gever van mijn erfgoed, maar mijn erfgoed zelf: "De Heer is mijn erfdeel". Zal ik een Heer zoeken om mij los te kopen? "Gij zijt mijn God". Zal ik een voorspreker zoeken om mij te bevrijden? "Gij zijt mijn God". Tenslotte: verlang ik te worden herschapen nadat ik ben geschapen? "Gij zijt mijn God", die mijn Schepper zijt, die mij hebt geschapen door uw Woord en herschapen door uw Woord. Gij hebt mij geschapen door uw Woord, God, bij U; Gij hebt mij herschapen door uw Woord, mens geworden om ons. "Leer mij uw wil te doen; want Gij zijt mijn God", Als Gij mij niet onderwijst, zal ik mijn eigen wil doen en mijn God zal mij verlaten. "Leer mij uw wil te doen; want Gij zijt mijn God". "Leer mij": want Gij zijt toch niet mijn God en ik zal mijn eigen meester zijn. Ziet eens hoe Gods genade wordt aanbevolen. Houdt dit goed vast; weest er diep van doordrongen, laat u er door niemand van af brengen; uit vrees dat gij "godsdienstige ijver zoudt bezitten, maar een ijver niet gepaard aan inzicht; uit vrees dat gij de gerechtigheid Gods zoudt miskennen om eigen gerechtigheid op te willen richten en te weigeren u aan het heil van God te onderwerpen". Deze woorden van de apostel zijn u zeker bekend. Herhaalt dus de psalmwoorden: "Leer mij uw wil te doen; want Gij zijt mijn God".