Home

20 november  Luister naar het gebed van de Meester om te leren bidden




En.Ps. 56, 1,2,5

De gehele Kerk bestaat uit alle gelovigen, omdat alle gelovigen ledematen zijn van Christus; zij heeft in de hemel haar Hoofd dat zijn lichaam bestuurt. Hoewel dit lichaam nog is beroofd van de aanschouwing van zijn Hoofd, blijft het toch ermee verbonden door de liefde. Omdat derhalve de "gehele Christus" wordt gevormd door het Hoofd en zijn lichaam, daarom moeten wij in alle psalmen zó de woorden van het Hoofd beluisteren, dat wij tevens de woorden van het lichaam beluisteren. Christus heeft niet afzonderlijk willen spreken, omdat Hij niet afgezonderd wilde zijn van zijn lichaam, getuige de woorden: "Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld". Als Hij met ons is, dan spreekt Hij in ons, dan spreekt Hij over ons, dan spreekt Hij door ons, omdat ook wij spreken "in Hem"; en daarom ook spreken wij de waarheid, omdat wij "in Hem" spreken. Want als wij in eigen naam en uit onszelf zouden willen spreken, dan zullen wij in de leugen blijven. In deze psalm wordt de passie van de Heer bezongen. "Heb medelijden met mij, God, heb medelijden met mij, want op U heb ik mijn vertrouwen gesteld". Tijdens zijn lijden zegt Christus: "Heb medelijden met Mij, God". God zegt tot God: "Heb medelijden met Mij". Dezelfde die samen met de Vader zich ontfermt over u, roept in u: "Heb medelijden met Mij". Wat daar immers van Hem uitroept: "Heb medelijden met Mij", dat is van u; aan u heeft Hij die woorden ontleend; om u te verlossen is Hij mens geworden. Als mens is het dat Hij roept: "Heb medelijden met Mij, God, heb medelijden met Mij"; de mens zelf, geest en lichaam. Het Woord immers heeft de gehele mens aangenomen. Schrikken wij dus niet terug voor woorden van Iemand, die om barmhartigheid smeekt en die barmhartigheid bewijst. Juist daarom smeekt Hij om barmhartigheid, omdat Hij ze ook bewijst; hiertoe toch is Hij mens, omdat Hij barmhartig is, niet omdat Hij noodgedwongen werd geboren, maar om ons uit onze noodtoestand te verlossen. "Heb medelijden met mij, God, heb medelijden met mij, want op U heb ik mijn vertrouwen gesteld". Gij hoort de Meester bidden: leer dan ook bidden. Hiertoe immers heeft Hij gebeden om ons te leren bidden; omdat Hij hiertoe heeft geleden om ons te leren lijden; hiertoe is Hij verrezen, om ons te leren vertrouwen op de verrijzenis.