Home

26 april  Verrijzenis-geloof: Het Hoofd




Dinsdag of woensdag in de Paasweek, tussen 400-418

Ik heb u gezegd, dat alles moest vervuld worden. "Toen maakte Hij hun geest toegankelijk." Kom dan, Heer, maak sleutels, maak onze geest toegankelijk om ons inzicht te geven. Zie, nu zegt Gij alles, en men gelooft U niet. Men denkt dat Gij een geest zijt: men raakt U aan, men loopt tegen U aan, en nog zijn ze verbijsterd als zij U aanraken. Vanuit de Schriften vermaant Gij hen, en nog begrijpen zij het niet. Hun harten zijn gesloten; open die harten en kom er binnen. Hij heeft het gedaan: "Toen maakte Hij hun geest toegankelijk". Maak toegankelijk, Heer, ja, maak het hart toegankelijk van hem die twijfels heeft over Christus. Maak de geest van hem toegankelijk die gelooft dat Christus een schijnbeeld is. "Toen maakte Hij hun geest toegankelijk voor het begrijpen van de Schriften". Hij zei hun; wat zei Hij hun? "Want zo moest dan". "Want zo staat geschreven", "en zo moest". Wat moest zo? "Christus moest lijden en verrijzen uit de doden op de derde dag". Dat hebben zij gezien; zij hebben Hem zien lijden, zij hebben Hem zien hangen aan het kruis, zij zagen hem na de verrijzenis aanwezig, in levende lijve. Wat zagen zij dan niet? Zijn lichaam: de Kerk. Hém zagen zij; háár zagen zij niet. De Bruidegom zagen ze, de bruid bleef nog verborgen. Laat de Bruidegom hun ook haar beloven. "Zo staat geschreven en zo moest de Christus lijden en verrijzen uit de doden op de derde dag". Dit, wat de Bruidegom betreft. Wat dan over de bruid? "Dat in zijn Naam moest verkondigd worden: bekering en vergiffenis der zonden onder alle volken, te beginnen met Jeruzalem". Dat zagen de leerlingen nog niet; "de Kerk onder alle volken, te beginnen met Jeruzalem," zagen de leerlingen niet.