Home

27 november  Een leven vervuld van God: Een levend leven




Conf.10,39

Wanneer ik U zal aanhangen met heel mijn wezen, zal er voor mij nergens meer leed zijn, nergens meer last; dan zal mijn leven, geheel vervuld van U, een levend leven zijn. Nu echter, - want Gij maakt alles licht voor hen die Gij vervult - ben ik mijzelf tot last, omdat ik niet vervuld ben van U. Er is strijd tussen mijn vreugde waar ik om wenen en mijn droefheid waar ik mij om verblijden moet; en aan welke zijde de overwinning zal zijn, weet ik niet. Wee mij! Heer, "ontferm U over mij!" Wee mij! ziehier mijn wonden, ik verberg ze niet: Gij zijt de geneesheer, ik ben ziek; Gij zijt barmhartig, ik erbarmelijk. Is dan "het leven van de mens op aarde geen beproeving?" Wie zou lasten en moeilijkheden wensen? Gij beveelt ze te verdragen, niet te beminnen. Niemand bemint wat hij verdraagt, ook al bemint hij het verdragen. Want al verheugt hij zich dat hij verdraagt, toch heeft hij liever dat er niets te verdragen valt. Voorspoed verlang ik in tegenspoed, tegenspoed vrees ik in voorspoed. Waar is daartussen het midden, waar het mensenleven geen beproeving is? Wee de voorspoed van deze wereld, eenmaal en andermaal wee, omdat men tegenspoed vreest en omdat de vreugde verdorven is! Wee de tegenspoed van deze wereld, eenmaal en andermaal en ten derde male wee, omdat men naar voorspoed verlangt en de tegenspoed op zichzelf hard is, en omdat hij de lijdzaamheid dreigt te breken. Is dan het leven van de mens op aarde geen beproeving zonder respijt?