Home
18 december Bid voor uw bisschop
Veronderstel dat gij, bevrijd van elke dwaling, bevrijd van elke belemmering om goed te doen, bevrijd van elke tegenzin en afkeer ten aanzien van Gods woord, misschien waardig wordt bevonden aan het hoofd van Gods volk te staan; veronderstel dan dat men u het roer van het schip toevertrouwt: het bestuur van een Kerk. Dat is dan een vierde beproeving. Wanneer het schip, de Kerk, op zee door een storm wordt geteisterd, brengt dit de stuurman in moeilijkheden. Die andere drie beproevingen kan elke gelovige van Gods volk ondervinden; deze laatste echter is voor ons. Want naarmate wij meer worden geëerd, verkeren wij ook des te meer in gevaar. Men kan zich bezorgd afvragen, voor ieder van u of de dwaling hem niet doet afwijken van de waarheid; men kan zich bezorgd afvragen of de hartstocht bij hem niet de overhand krijgt, en hij er liever mee instemt dan dat hij bij moeilijkheden de hulp van God inroept; men kan zich afvragen of hij geen tegenzin heeft ten aanzien van Gods woord wat dodelijk kan zijn; de beproeving echter verbonden aan de leiding, de beproeving verbonden aan de gevaren bij het besturen van een Kerk, raakt voornamelijk ons. Hoe kunt gij echter onverschillig blijven
wanneer heel het schip in gevaar verkeert? Ik zeg u dit hierom, omdat ik bang ben dat gij, onder voorwendsel dat deze vierde beproeving alleen ons aangaat, u minder ongerust maakt en gij minder voor ons bidt, terwijl gij juist niet moogt ophouden met bidden, daar gij toch zeker zelf de eersten zijt die schipbreuk zoudt lijden. Vaart gij soms, omdat gij niet aan hetzelfde stuur zit, niet mee op hetzelfde schip? Meent ook niet dat óns gebed wel voor u nodig, maar het úwe niet voor ons nodig zou zijn; wederkerig voor elkaar bidden is noodzakelijk want juist deze gebeden voor elkaar worden door de liefde samengesmolten en zijn een offer dat als een zeer aangename geur van het altaar van onze toewijding opstijgt tot God. Als zelfs de apostelen zeiden, dat men voor hen moest bidden; hoeveel temeer dan wij, die zoveel geringer zijn dan zij, maar die toch hoe dan ook in hun voetstappen wensen te gaan en niet weten en zeker niet durven zeggen in hoeverre wij hierin slagen! Die beroemde mannen wilden de gebeden van de Kerk niet missen en zeiden: "Wij zijn op de dag van onze Heer Jezus Christus uw glorie, gelijk gij de onze". Wederkerig baden zij voor elkaar vóór de dag van onze Heer Jezus Christus: glorie op die dag, zwakheid vóór die dag. Laat er dan gebeden worden in zwakheid, om vreugde te beleven in de glorie.