Home

23 november  Hoofd en lichaam: Eén Mens




En.Ps. 61,4

"Hoe lang nog stormt gij op een ander los, en stoot hem met u allen omver als een hellende wand, of als een vallende muur? Doodt hem met zijn allen!" Wie is die éne Mens wiens lichaam zo uitgebreid is dat het gedood kan worden door allen? Toch moeten wij bedenken dat wij als persoon zijn voorgesteld, de persoon namelijk van onze Kerk, de persoon van Christus' lichaam. Want Jezus Christus: Hoofd en lichaam samen, vormt slechts één Mens; de Verlosser van het lichaam en de ledematen van het lichaam zijn samen: twee in één vlees, twee in één stem, twee in één lijden; en als de ongerechtigheid voorbij is, twee in één rust. Het lijden van Christus is dus niet het lijden van Christus alleen; ja sterker, het lijden van Christus is niet alleen van Christus. Als gij immers Christus verstaat als Hoofd en lichaam samen, dan is het lijden van Christus alleen in Christus, als gij echter Christus verstaat als Hoofd alleen, dan is het lijden niet alleen in Christus. Als toch het lijden van Christus in Christus alleen aanwezig is, ja, alleen in het Hoofd, hoe kan dan één van zijn ledematen, de apostel Paulus, ergens zeggen: "dat hij mag aanvullen wat nog ontbreekt aan de beproevingen van de Christus"? Als gij dus tot de ledematen van Christus behoort, welke mens ook, wie het ook hoort, wie dit ook nu niet hoort; wat gij ook lijdt van hen die niet tot de ledematen van Christus behoren: dat ontbrak nog aan de beproevingen van Christus. Dus er wordt iets toegevoegd omdat het ontbrak; gij maakt de maat vol, maar gij doet ze niet overlopen. Gij lijdt immers zoveel als van uw lijden moest worden toegevoegd aan het volledige lijden van Christus, die geleden heeft als ons Hoofd en die lijdt in zijn ledematen, met andere woorden: in onszelf.