Augustijnen en de Wijsgerige Kring Eindhoven
Een terugblik
De Wijsgerige Kring Eindhoven (WKE) s in oktober 1933 opgericht door dr. ir. F.Ph. A. Tellegen, hoogleraar aan de Technische Hogeschool Delft en de neerlandicus dr. H. Weijtens, docent aan het Sint Joriscollege te Eindhoven. De aanzet daartoe kwam van academici die op het Natuurkundig Laboratorium van Philips werkten en de wijsgerige bezinning van het Studium Generale wilden voortzetten van hun Delftse studententijd. Door hun eigen technische uitvindingen werden de onderzoekers van het Natlab geconfronteerd met ethische en morele kwesties waarover ze met elkaar en anderen op fundamentele wijze van gedachten wilden wisselen. De sociaal-politieke omstandigheden in de onzekere tijd van het interbellum maakten de reflectie op het eigen handelen des te noodzakelijker. Aanvankelijk werd de officiële kerkleer, het neothomisme, uitgangspunt van de gedachtewisselingen. De kritische bezinning op thomistische leest geschoeid werd door de eerste inleider, de dominicaan magister Doodkorte, stevig ter hand genomen. De eerste augustijn die de avonden van de WKE bezocht was Joop Wilderbeek. Al zeer snel, we spreken dan over het najaar van 1936, hield pater Wilderbeek al zelf conferenties voor de kring. Met zijn conferenties werd de eenzijdige nadruk op de thomistische leer doorbroken. Immers, hij was degene die met enthousiasme de leer van Augustinus behandelde en dat bleef hij doen tot de 70er jaren van de vorige eeuw. In navolging van Augustinus benadrukte Wilderbeek het menselijke wilsaspect naast het verstandelijke redeneren. Toch bleef tot en met 1947 de thomistische filosofie vooral vanwege haar uitgewerkte theorie de leidende leer binnen de kring. De thomistische wijsbegeerte bezat namelijk de ingrediënten van universaliteit, systematiek en inzichtelijkheid waardoor zij zo verleidelijk werd voor de beoefenaren van de wijsbegeerte. Het waren de augustijner paters die de doorbraak uit de “oude denkwijze” vanaf 1947 binnen de kring langzamerhand wisten te realiseren. Remigius Kwant – zelf wijsgerig geschoold door Joop Wilderbeek op het Philosophicum - werd, vooral als gevolg van zijn verblijf in Leuven en Parijs waar hij kennis maakte met filosofen als Merleau-Ponty en Heidegger, van overtuigd thomist tot een fenomenologisch en existentieel denker. Nico Luijpen en Samuel IJsseling gingen voort op de ingeslagen weg van de moderne filosofische theorie, de existentiële fenomenologie. Nico Luijpen heeft daarnaast de organisatie van de kring in 1978 drastisch veranderd, opdat het academisch niveau van de lezingen zou worden gehandhaafd. De Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) werd door hem geïnstalleerd en bemand met vertegenwoordigers uit de academische wereld. Tot op heden heeft deze raad uitstekend gefunctioneerd. Reginaldus Friedeman was binnen de wijsgerige kring pleitbezorger van het thomisme en stelde zich lijnrecht tegenover zijn confraters, met name Nico Luijpen. Volgens Friedeman verleent niet de mens zin aan het leven, maar de (religieuze) mens stelt zich ontvankelijk op voor de zin in de wereld. Tenslotte kan Piet Giesen worden genoemd als inleider die alle wijsgerige vragen terugbracht tot de vier kantiaanse grondvragen: de metafysische, de religieuze, morele en antropologische. Al met al kunnen we concluderen dat de wijsgerige kring haar hechte organisatorisch fundament en de diversiteit in het filosofisch debat heeft te danken aan meer dan 40 jaar augustijnse aanwezigheid. |
Foto's ca 1955- 1968
|
Peter de Wind
Secretaris Stichting Wijsgerige Kring Eindhoven
Aanvullende literatuur:
Wijsgerige Kring Eindhoven, 60 jaar. Een terugblik op de periode 1933-1993 door drs. P.IJ. de Wind in: Filosofie, jrg 3 nr 5 (okt 1993) p. 4-12