Ontmoetingen

in gesprek met Wim Sleddens

geleefde spiritualiteit

Op zoek naar augustijnse spiritualiteit spreek ik vandaag met de augustijn Wim Sleddens. Wim heeft inmiddels verschillende werken van Augustinus uit het Latijn vertaald maar ook populaire Engelstalige biografieën over Augustinus in het Nederlands laten verschijnen. Dat hij wordt gezien en gevraagd als echte kenner van Augustinus dankt hij aan zijn nieuwe Nederlandse vertaling van de Confessiones – Belijdenissen (link) , waarvoor hij veel lof heeft ontvangen. Ik ben benieuwd wat hem in Augustinus zo aantrekt.

 

Wil je je even voorstellen?

Wim SleddensIk ben in 1934 geboren in Bergeijk. Mijn gymnasium heb ik gedaan bij de Norbertijnen in Heeswijk-Dinther. In 1953 ben ik ingetreden bij de Augustijnen en in 1960 ben ik tot priester gewijd. Ik studeerde theologie in Rome (Internationaal studiehuis van de Orde) en in Nijmegen (Radbouduniversiteit). Ik ben als docent betrokken geweest bij de opleidingen voor MO-Theologie en Pastoraal Werk voor leken, die de augustijnen van 1960 tot 1970 leidden in Nijmegen en Breda. Van 1970 tot 1979 was ik verbonden aan het Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica (IIMO) bij de Rijksuniversiteit Utrecht.
 Vervolgens werkte ik twintig jaar als pastor in de parochies van Zeist-West en Nijmegen (Lindenholt). Van 2001 tot 2007 was ik lid van het Generaal Bestuur van de Orde der Augustijnen in Rome, waar Noord-West Europa mijn aandachtsveld was. Toen leidde ik twee internationale commissies van de Orde: de Commissie voor de Leken en die voor Jongeren en Jongerenpastoraat. Op dit moment ga ik nog regelmatig voor bij eucharistievieringen in Lindenholt in Nijmegen en hier in Eindhoven in de Augustijnenkerk. Namens de Nederlandse augustijnen ben ik lid van het bestuur van de FAN, de Familia Augustiniana Nederland. Daarin komen groepen samen van mensen die zoeken hoe zij de augustijnse spiritualiteit kunnen integreren in hun leven. Ik begeleid ook enkele van deze groepen in hun maandelijkse bijeenkomsten en enkele leeskringen waar teksten van Augustinus worden gelezen. Vanwege mijn vertaling van de Belijdenissen word ik nog regelmatig uitgenodigd om dat boek voor mensen in te leiden en toe te lichten. 

 
Hoe kwam je tot je keuze om augustijn te worden?

Ik wilde priester worden in een kloostergemeenschap. Dat wist ik al in de derde klas van de lagere school. In mijn laatste jaar van het gymnasium in Heeswijk moest ik tot een keuze komen in welke Orde. Ik was in de zomervakantie een week bij de Trappisten geweest in Tegelen. Ik keek er mijn ogen uit, hun levenswijze maakte diepe indruk op me. Die week is me altijd bijgebleven. Ik ben zelfs in 1979 nog een maand in de abdij in Zundert geweest toen ik bij het IIMO wegging en overstapte naar het werken in een parochie. Trappisten leven in broederschap en zijn Godzoekers. Ik zou hun leven nooit echt hebben kunnen delen, maar het raakte mij wel diep.

Ik wilde geen blote voeten of een rozenkrans, geen devotie tot het Heilig Hart of tot Maria. Haast toevallig kreeg ik toen een boekje in handen van een augustijn, pater Hutjens, 'De monniken van Sint Augustinus'. Daarin staat een vertaling van de Regel van Augustinus, die begint met: 'één van ziel en één van hart op weg naar God'. Daar gaat het over, dacht ik. Dat is wat ik zoek: het beste van mensen en het diepste van mensen. Dat is het, meer hoeft niet. Dan kom je op de broederschap terecht, die zich bezint op wat de dragende kracht is of kan zijn van je leven. Toen heb ik contact gezocht met het provinciaal bestuur van augustijnen in Culemborg. De indrukken die ik daar kreeg spraken me aan. Geleidelijk hoorde ik van een paar jaargenoten dat zij ook augustijn wilden worden. Uiteindelijk kwamen we met zijn vieren in het noviciaat in Witmarsum bij een grote groep anderen onder wie Sam IJsseling en Martin van den Nieuwenhuizen.

 

Hoe ontstond je belangstelling voor Augustinus ?

Na mijn studie ben ik aanvankelijk docent geweest aan de MO-opleidingen in Nijmegen en Breda. Vervolgens werkte ik als literatuuronderzoeker en documentalist in Utrecht. Daarbij gingen we op zoek naar oecumenische samenwerkingsverbanden. Zo kwam ik in contact met parochies in Zeist-West, waar ik als pastor heb gewerkt. Daarna werd ik pastor in de parochie Lindenholt Nijmegen. In mijn pastorale werk heb ik voor mijn verdieping veel profijt gehad van mijn wetenschappelijk werk.  Als pastorale werker heb ik geleidelijk een diepe belangstelling ontwikkeld voor Augustinus. Toen ik wegging uit Lindenholt wist ik dat ik meer met Augustinus wilde gaan doen.

 

Wat is je motivatie geweest om ‘De Belijdenissen van Augustinus’ opnieuw in het Nederlands te gaan vertalen?

Pastor zijn betekent, zeker in onze tijd in Nederland, aandacht voor leken. Het gaat om het delen van verantwoordelijkheid, maar ook om vorming en verdieping. Geleidelijk voelde ik me vrij om Augustinus en de augustijnen ter sprake te brengen in de parochie, zonder iets op te dringen. In 1996 ging er voor het eerst een groepje jongeren uit de parochie naar een Internationale Augustijnse Jongerenbijeenkomst. Het was in Abbeyside, in Ierland. "We begrijpen dat het met augustijnen te maken heeft", zeiden deze jongeren, "maar wie was Augustinus?" Voor hen heb ik toen een aantal teksten uit de Belijdenissen vertaald. Ik probeerde ze eenvoudig van taal te houden, helder, hedendaags. Dat merkten ook anderen op die de teksten in handen kregen. Er werd gevraagd om meer en zo begon ik te vertalen. Geleidelijk groeide er een overzicht van de Belijdenissen, in twee deeltjes. De meer aansprekende stukken vertaalde ik, de moeilijker teksten vatte ik samen. Er werd ijverig gelezen, er werd veel naar gevraagd en dat zette me aan het denken: wilde ik Augustinus recht doen, dan zou ik alles moeten vertalen. Ik vertaalde enkele boeken integraal. Ook die werden goed ontvangen. Zo groeide het plan om de Belijdenissen in zijn geheel te vertalen.

 

Wat trekt je zo aan in Augustinus' Belijdenissen?

De tekst van de Belijdenissen kent vele lagen en dimensies. De manier waarop hij een Bijbeltekst uitlegt en de afstand naar onze tijd maken het soms moeilijk zijn gedachten voor nu verstaanbaar weer te geven. Maar de gedachten zelf zijn verrassend hedendaags. Augustinus zelf laat de afstand tussen de Belijdenissen en de mens van nu helemaal wegvallen. Nergens heb ik ook maar een spoor van onechtheid bij hem gevonden. Voor mij is hij volkomen echt, hij spreekt zich uit zoals hij is. Of om het met zijn eigen woorden te zeggen: "Onder uw ogen is dit wat mijn hart zegt" (Conf.6,2). God is waarheid, die ook hem tot waarheid brengt, tegenover God en tegenover elke mens. Daar ligt de oorsprong en de kern van zijn persoon, van wie hij is. En zo staat hij naast je, naast elke mens. Ook op plaatsen waar ik Augustinus niet volg, waar ik zijn woorden niet de mijne zou kunnen of willen noemen, ook daar is hij voor mij volledig oprecht. Dat ervaar ik als een grote kracht, van Augustinus uit naar mij toe, naar de lezer toe. Augustinus zegt van God dat hij 'dieper in mij is dan mijn eigen diepte en ook weer verhevener dan het meest verhevene in mij.' 
     Daarop aansluitend zou ik willen zeggen: in de Belijdenissen gaat het ook over mijn diepste diepte en het meest verhevene in mij, omdat Augustinus volledig ongedwongen zowel het diepste als het meest verhevene in hem zelf deelt met jou, als lezer, als je dat wilt. Een van de vorige bisschoppen van Breda, bisschop Ernst, heeft eens gezegd dat pastoraal werk is 'het beschikbaar stellen van je geloof'. Voor mij raakt dat de kern van wat Augustinus doet in zijn Belijdenissen. Daar stelt hij zijn zoeken en vinden voor mij ter beschikking. Die boodschap is nog steeds hoogst actueel, dat raakt mij.

 

Waarom vond je het nodig om een nieuwe Nederlandse vertaling te maken. Er bestonden toch al vertalingen?

In de twintigste eeuw is de Belijdenissen minstens vijf keer in het Nederlands vertaald. De laatste vertaling is van de Nijmeegse theoloog en classicus Gerard Wijdeveld. Die tekst is toch weer zo’n  vijftig jaar oud. Daarvoor was er de bekende editie van A.Sizoo. Voor beide vertalingen geldt: zeer zorgvuldig, maar qua taalgebruik voor veel mensen van deze tijd minder geschikt. Mijn drijfveer om een nieuwe Nederlandse vertaling te maken vond ik op een bepaald moment precies verwoord in een tekst van mijn medebroeder Luc Verheijen. Hij zegt daar dat wij allemaal op onze eigen manier contact hebben met de grote geesten uit onze geschiedenis. Ook wij stellen hen onze vragen, elke generatie doet dat opnieuw en op haar eigen manier. Dat betekent niet dat de antwoorden van vroeger niet juist meer zouden zijn. Maar een nieuwe generatie is daar niet helemaal tevreden meer mee. 'Ze wil meer weten, of het gewoon opnieuw horen formuleren en in een taal die - al was het maar voor even – eigentijds is'. Deze passage heb ik opgenomen in de inleiding op mijn vertaling.

Voor mij is de Belijdenissen het meest aangewezen boek als je het gedachtegoed van Augustinus wilt leren kennen. Ik ken geen ander boek of andere tekst van hem dat mij, via de diepte van zijn persoon, zo echt tot mijzelf brengt op mijn zoektocht naar de waarheid van mijn leven en naar God.

 

Tot besluit:

Wim, ik dank je voor dit gesprek. Het heeft mij weer wat verder gebracht in mijn zoektocht naar de augustijnse spiritualiteit. Ooit heb ik de Belijdenissen in de vertaling van Gerard Wijdeveld gelezen. Ik was toen nog jong en vond het vrij moeilijk allemaal. Door dit gesprek word ik gemotiveerd om opnieuw de Belijdenissen te gaan lezen maar nu in jouw nieuwe vertaling.

 

Na  het verschijnen van de vertaling waren er vele positieve recensies van het boek. Eén daarvan was van de hoogleraar Augustijnse Studies, Paul van Geest. Ik wil dit interview eindigen met een citaat uit zijn recensie.

"Door deze vertaling, briljant in al haar eenvoud, zijn wij op een buitengewone wijze in staat gesteld in contact te treden met Augustinus, de virtuoze taalkunstenaar, de scherpzinnige observator; de rusteloze zoeker naar God, zijn ziel en de samenhang van tijd en eeuwigheid en alles en allen in de schepping. Ik vind dat een prestatie van formaat. Augustinus wilde in het leven van lezers ingrijpen.

Dankzij deze vertaling ontdekken we soms hoe trefzeker hij dit deed. U bent dus gewaarschuwd: het lezen van deze vertaling is dankzij de trefzekerheid, eenvoud en de intentie van Augustinus, die Sleddens haarfijn heeft aangevoeld, geen vrijblijvende aangelegenheid. Onze complimenten met dit resultaat en we kunnen dit werk iedereen van harte aanraden".

 

Peter van Hasselt
maart 2015

 

Gedeeltes van dit interview zijn hernomen uit: De Confessiones van Augustinus: Catalogus bij de tentoonstelling uit eigen collectie van tekstedities en Nederlandse vertalingen / samengesteld door Ingrid van Neer-Bruggink en Willem Erven. Eindhoven: Bibliotheek Augustijns Instituut, april 2009, p.16-18